Onderwerp

Kosten en financiering van zero-emissie

Het exploiteren van zero-emissie bussen levert mogelijk meerkosten op ten opzichte van dieselbussen. Nu zijn voor de vervanging van dieselbussen nog extra zero-emissiebussen nodig vanwege de beperkte actieradius, maar de meerkosten nemen snel af door prijsdaling en verbetering van de batterijtechnologie. Het extra materieel daalt snel in nieuwe concessies. Elektrisch materieel kan zelfs goedkoper worden dan dieselbussen als de ov-autoriteit kiest voor een lange concessietermijn of voor overdracht van materieel. Op lange interregionale lijnen met hogere rijsnelheden blijven de meerkosten van batterij-elektrische bussen vooralsnog te hoog. Daar liggen wel kansen voor waterstofbussen, zodra de prijzen voor voertuigen en waterstof flink zijn gedaald.

Total cost of ownership

Het TCO-model berekent alle kosten van bussen, laadinfrastructuur en exploitatie en de maatschappelijke baten en geeft die op inzichtelijke wijze weer. Nu zero-emissiebussen steeds meer gemeengoed zijn geworden en partijen in het ov steeds vaker beschikken over een eigen tool voor de berekening van de TCO, kent het model de laatste tijd een beperkt gebruik. Daarmee heeft het TCO-model vanaf 2016 zijn doel bereikt: het ondersteunen van de transitie naar zero-emissiebusvervoer. Daarom is besloten om te stoppen met het aanbieden van dit model. Per 1 september 2022 voor nieuwe gebruikers en per 1 november 2022 voor bestaande gebruikers. In het voorjaar van 2023 worden nog wel de kostenparameters geactualiseerd en wordt met het model nog een berekening van de onrendabele top gemaakt. Daarmee kunnen de stakeholders in het openbaar vervoer zelf berekeningen maken. Het rapport komt beschikbaar op deze website. 

Onrendabele top

Bij het onderzoek naar de onrendabele top gaat het om de meerkosten over de volledige levensduur van zero-emissie bussen en de bijbehorende infrastructuur ten opzichte van dieselbussen. CROW-KpVV heeft in kaart gebracht wat de onrendabele top in diverse scenario’s is. Zie voor meer informatie de Update onrendabele top zero-emissiebus 2021. Begin 2023 komt er een nieuwe update van de onrendabele top. In het voorjaar van 2023 verschijnt een update van dit rapport op deze website.

Financiering

Voor het financieren van zero-emissie busvervoer kan de ov-autoriteit kiezen uit een aantal mogelijkheden: de ov-autoriteit laat de vervoerder het materieel leasen, garandeert de inzet van het materieel, ze kan een bussenlening verschaffen en een Bussen BV opzetten, deelnemen in een Special Purpose Company, of het materieel zelf kopen. De financieringsvorm moet uiteraard aansluiten bij het assetmanagement. En afstemmen met ov-autoriteiten van aangrenzende concessies kan inkoopvoordelen opleveren. Zie voor meer informatie: Zero-emissiebus, hoe financier je het uit 2020.

In 2021 is gekeken naar de kansen van een revolving fund. Over zo’n fonds was nog weinig bekend. In vergelijking met de tripartiete overeenkomst, zoals bijvoorbeeld afgesloten in de concessie Gooi en Vechtstreek, blijkt het revolving fund minder aantrekkelijk. Lees er meer over in de kennispublicatie revolving fund.

Assetmanagement

Welke vormen van assetmanagement zijn het meest geschikt voor laadinfra en stallingen? Meest toegepast is de vorm waarbij laadinfra, bussen en vervoerdienst in één hand komen. Die variant leidt tot de minste disruptie en lijkt een blijvend goede oplossing. De toenemende druk op schaarse ruimte en netwerkcapaciteit maakt dat ov-autoriteiten strategische locaties zullen moeten claimen. Dat kan door die locaties aan te kopen of langetermijncontracten af te sluiten. Zie voor meer informatie de publicatie uit 2020: Zero-emissiebus, assetmanagement.

Kennispublicaties met onderwerp

Kosten en financiering van zero-emissie