KENNIS PUBLICATIE

Standkachel in zero-emissiebus vooralsnog onmisbaar

8 dec 2021

Een doelmatig, schoon en energiezuinig alternatief voor de dieselstandkachel in zero-emissiebussen is er niet echt, blijkt uit onderzoek in opdracht van CROW-KpVV. Daarom kunnen ov-autoriteiten van een standkachel in een nieuwe bus het beste eisen dat HVO de brandstof is en niet diesel, luidt de aanbeveling.

Vervoerders gebruiken voor de verwarming in zero-emissiebussen nogal eens standkachels, die vaak worden gevuld met diesel. Onderzoeksbureau DUINN heeft onderzocht tot welke uitstoot dit leidt. Daarnaast is gekeken of er alternatieven zijn voor dergelijke standkachels.

In 2020 zijn bij benadering 218 elektrische ov-bussen met dieselstandkachel ingezet in Nederland. Het dieselverbruik voor die kachels wordt ingeschat op 165.803 liter en de bijbehorende CO2-emissie op 521 ton. Dit is 0,18% van de totale CO2-uitstoot door Nederlandse ov-bussen in 2020.

Een door brandstof aangedreven verwarming vergroot de actieradius van de elektrische bus, doordat alle energie dan naar de aandrijving kan. Zero-emissiebussen gebruiken doorgaan elektrische warmtepompen voor de verwarming. Maar als de buitentemperatuur onder de 5 graden Celsius zakt, werken warmtepompen gebrekkig en onder -5 °C doen ze niets meer.

Een illustratie hiervan: bij strenge vorst in februari 2021 konden de warmtepompen in de elektrische bussen van Qbuzz (Ebusco en Heuliez) en Keolis (BYD) de voertuigen niet meer verwarmen. Elektrische kachels kunnen bij dergelijke lage buitentemperaturen nog wel functioneren, maar die verminderen de actieradius van de bussen met zo’n 50%.

Categorieën

Zero-emissie in praktijk

Trefwoorden

CROW-KpVV, dieselkachel, DUINN, HVO, standkachel, verwarming